Een actie tegen de besparingen van de regering-Jambon (17/12). Beeld BELGA
Els Silvrants-Barclay (tentoonstellingsmaker), Tom Kestens (muzikant), Alix Konadu (actrice), Peter Verhelst (schrijver), Marios Bellas (theatermaker) en Annelies Van Parys (componiste) zijn actief binnen het kunstenaarsplatform State of the Arts.
De Morgen, 26 december 2019
Begin deze week sprak actrice Maaike Neuville haar verontwaardiging uit over het erbarmelijke niveau van het parlementair begrotingsdebat dat ze vanuit de publiekstribune had aanschouwd (DM 23/12). Twee weken ervoor vroeg kunstenaar Kobe Matthys in het kader van openbaarheid van bestuur alle beleidsdocumenten op rond de cultuurbesparingen. Begin deze week kreeg hij het antwoord dat niet één document is opgemaakt. Gisteren, op kerstavond, volgde de mededeling dat nu ook alle participatieprojecten voor kansengroepen uit het participatiedecreet geschrapt zullen worden: het gaat bijvoorbeeld over cultuurworkshops voor jongeren met een beperking of in armoede. Het pijnlijke hoogtepunt van een hele resem besparingen die zomaar uit de lucht lijken te vallen, zonder vermelding in het regeringsakkoord of in beleidsnota’s, zonder overleg met de betrokken sectoren.
Er is de afgelopen weken al heel wat inkt gevloeid over de zin en onzin van een besparingsbeleid dat niet afgestemd is op de nood van mensen. Met een nooit eerder geziene solidariteit hekelden de zorg- en sociale sector, openbare diensten, minderhedenorganisaties, het cultuurveld en vele andere middenveldorganisaties het asociaal beleid van deze Vlaamse regering. De breed gedragen teleurstelling rond het besparingsadagio slaat langzaam maar zeker om naar verbolgenheid over de vrijblijvende manier waarop dit beleid tot stand lijkt te zijn gekomen.
Een democratie is veel meer dan een vijfjarig aftoetsingsmoment om de kaarten te schudden, maar veronderstelt een continu proces van discussie, dialoog en samenwerking. Het parlement is de hoeksteen van zo’n democratisch proces. De gebeurtenissen van de afgelopen weken tonen echter meer dan ooit aan dat de partijen het parlement volledig in de greep hebben. Het parlement is gereduceerd tot de plek voor politieke profilering; om gezichten te redden of te verliezen. De democratische dialoog is tot de coulissen herleid, beperkt tot kleine machtskringen, cabinetards en lobbyisten.
Deze besparingsronde toont bovendien dat ook de klassieke overlegstructuren die vroeger nog af en toe toegang kregen tot deze inner circles stilaan dichtslibben. Dit is een zeer problematische evolutie. Niet alleen omdat dit het democratisch proces verder uitholt, maar ook omdat dit cruciale kennisoverdracht tegenhoudt. Zo kondigde de minister zijn cultuurbesparingen aan zonder overleg met zijn eigen steunpunten en belangenbehartigers. Pittig detail: hij besliste zonder één enkele adviseur Cultuur in de rangen, want Joachim Pohlmann werd pas later aangesteld. Uit een gesprek met parlementsleden van de Commissie Cultuur bleek bovendien dat zij niet op de hoogte waren van de veldanalyses die deze steunpunten nochtans recent hadden voorbereid. Hoe kan er dan sprake zijn van goed beleid?
De onderhandelingen in kader van het regeerakkoord geven slechts de contouren mee van een beleid. Het zijn vervolgens de minister en zijn medewerkers die dit verder uitwerken en concrete beslissingen nemen. Dit heeft een aantal kwalijke neveneffecten. Uit angst voor de stempel “kibbelkabinet” voeren zelfs de meerderheidspartijen onderling nauwelijks een inhoudelijk gesprek, en al zeker niet publiek. Zij blijven krampachtig op de afgebakende terreintjes om eventuele verdeeldheid te maskeren. Waar dan, kan de politiek nog inzet zijn van een georganiseerd inhoudelijk meningsverschil met de bedoeling samen tot concrete oplossingen te komen voor de uitdagingen van de toekomst? Waar dan, kan de politiek meer zijn dan een positiespel? Het is nochtans geen voetbal.
Ondertussen komt de feitelijke beslissingsmacht bij een wel heel erg kleine groep mensen terecht, in het geval van de projectsubsidies Kunsten zelfs bij één enkele persoon. Dat een betrokken minister desgevraagd geen enkel document kan voorleggen over een besparingsbeleid met zeer grote gevolgen, is ronduit stuitend. Dat een parlementaire democratie niet de nodige checks and balances heeft om zoiets te vermijden of tegen te houden, is ronduit gevaarlijk.
Wat we uit de manier waarop deze regering deze besparingen doorvoert kunnen en moeten leren is dat ons democratisch project waarover we de hele wereld de les leren, stilaan uitgehold wordt. De recente beslissing om projectondersteuning vanuit het participatiedecreet lam te leggen is in die zin niet alleen symbolisch maar ronduit cynisch. We leven namelijk in een tijd waar de roep om burgers meer te betrekken steeds luider klinkt, en waar de maatschappelijke en ecologische uitdagingen zo groot zijn dat alleen verbindend samenwerken de oplossing kan bieden. Wij zullen onze stem blijvend laten horen, aan de politiek om mee te stappen.