Geef voorrang aan de fragiele statuten bij culturele freelancers.
Op vrijdag 13 maart kondigde de Belgische regering een aantal drastische maatregelen aan om de verdere verspreiding van het Coronavirus in te dammen. Een belangrijk deel van het sociale leven werd stilgelegd. Naast rusthuizen, scholen, universiteiten, winkels en café’s, werd ook aan de cultuurhuizen gevraagd de deuren te sluiten: musea, concerthuizen, clubs, bioscopen, culturele centra’s, beurzen en festivals … Maar ook repetities, filmopnames, workshops en residenties werden afgelast en productieprocessen werden stilgelegd.
State of the Arts, het platform voor de onafhankelijke kunstenaars en kunstwerkers, lanceerde nog diezelfde avond een meldpunt voor de honderden freelancers die van het ene moment op het andere hun activiteiten moesten neerleggen.
Naast een hartverwarmende roep voor solidariteit, zijn de verhalen die we sinds een aantal dagen opvangen schrijnend. Deze crisis kon voor de cultuur niet op een ongelukkiger moment komen. Na de dreun van de recente besparingen, was alle hoop op dit voorjaar gevestigd. De maanden maart en april behoren tot de drukste maanden van het jaar. Niet zelden verdienen kunstenaars juist in deze maanden een belangrijk deel van hun jaarinkomen.
Het stilvallen van de productie- en presentatieproces heeft voor de mensen die in deze sector werken langdurige gevolgen. De ruim 400 reacties die tot nu toe binnen stroomden, tonen heel scherp de uiterst fragiele inkomstenstructuur waarmee niet alleen kunstenaars jongleren, maar ook andere freelancers in de culturele sector technici, dramaturgen, administratoren, grafisch ontwerpers, fotografen… Ook jobstudenten en vrijwilligers zullen moeite hebben om deze maand de eindjes aan elkaar te knopen.
Voor een uitgebreid verslag verwijzen we naar het artikel van Wouter Hillaert.
Binnen een kwetsbaar web van afhankelijkheden proberen freelancers het hoofd boven water te houden via heel verschillende engagementen: langere engagementen wisselen af met korte opdrachten, met een beetje geluk aangevuld met een paar uur lesgeven of opdienen in een restaurant… en dat alles gecombineerd in een uiterst strakke planning, waarbij iemand ‘s middags nog in het café staat om ‘s avonds een aria te zingen. Helaas ook nog steeds vaak in het ‘informele’ circuit van de Kleine Vergoedingsregelingen (KVR) voor kunstenaars. De jarenlange kaalslag in de sector wordt deze dagen pijnlijk zichtbaar.
Samen tellen 400 getuigen al een verlies van 1,75 miljoen euro, met een gemiddelde van 4.400 euro per cultuurwerker (mediaan 2.500 euro). En dat is slechts een topje van de ijsberg. Weggevallen inkomsten, maar ook geïnvesteerde productiekosten als visa, trein- en vliegtuigtickets, reeds betaalde hotelkosten… zijn eenmalige kosten die er opnieuw zullen zijn, als de producties in de toekomst nog gespeeld worden, en nu dus vooral een gat in de begroting slaan. En sowieso is zomaar alles naar de toekomst verschuiven geen optie. Toch niet op korte termijn! Van veel producties zullen we helaas afscheid moeten nemen…
Wie niet kan terugvallen op een kunstenaarsstatuut, op een partner met een stevig inkomen of een gezelschap met de nodige reserves, staat voor een onoverbrugbaar gat. Vele huishoudens zijn ook dubbel getroffen, omdat beide partners in de sector werken. Wat de situatie ook nog eens heel helder maakt, is de sterke onderlinge (economische) afhankelijkheid tussen cultuur, toerisme en horeca. We vragen hier dan ook om een faire en samenhangende oplossing voor alle drie de sectoren, rekening houdend met al hun actoren, en vooral die met zeer fragiele statuten.
Een gedifferentieerd compensatiefonds voor de culturele sector
State of the Arts (SOTA) wil de organisaties in het veld, die ondanks de grote uitdagingen hun (tijdelijke) werknemers, interims en freelancers onmiddellijk beloofden zo veel en goed mogelijk uit te betalen, expliciet bedanken om het goede voorbeeld te geven. Maar de getuigenissen die wij krijgen, laten zien dat heel veel andere cultuurwerkers helaas wel buiten de boot vallen van zulke afspraken, en existentieel getroffen zijn.
Daarom pleiten wij voor een gedifferentieerd pakket van compensatiemaatregelen voor de actoren met een precair statuut. We stellen voor om:
- op zeer korte termijn een taskforce in te zetten met een uitmuntende en omvattende kennis van het veld, waarin alle actoren (artistiek personeel én technisch/ondersteunend personeel) naar behoren vertegenwoordigd zijn.
- de culturele sector specifiek mee te nemen in de globale economische noodmaatregelen, net zoals dat gebeurt met bijvoorbeeld de horeca.
- te komen tot faire en solidaire afwegingen rond de complexiteit en de enorme verschillen in inkomsten-structuren van cultuurwerkers (wel of geen kunstenaarsstatuut, zelfstandig, zelfstandig in bijberoep), waarbij de zwaksten in de schakel voorrang krijgen bij compensatie.
- bij die compensaties ook de verliezen van reeds betaalde eenmalige investeringskosten mee in acht te nemen, die bij nieuwe speel- of presentatie data opnieuw betaald zullen moeten worden.
- ook bij kortlopende contracten via interimwerk soepele mogelijkheden te bieden om gebruik te maken van technische werkloosheid als gevolg van overmacht.
- ook soepelheid aan de dag te leggen ivm het minimumaantal vereiste contracten en opdrachten voor het verlengen of verkrijgen van het ‘kunstenaarsstatuut’, ten gevolgde van de corona-crisis.
- kwijtschelden van 1 of 2 kwartalen van eigen bijdrage sociale lasten voor zelfstandigen en zelfstandigen in bijberoep
Bovendien houdt SOTA de Vlaamse Regering graag aan haar belofte om bij de begrotingscontrole in april, ondanks de grote budgettaire inspanningen die nu moeten gebeuren, middelen vrij te maken voor de tweede ronde van de projectsubsidies. Eén crisis mag een andere niet naar de achtergrond schuiven. De projectmiddelen vormen net een belangrijk wapen tegen de nu misgelopen inkomsten bij zoveel kunstenaars en projectorganisaties.
Wat zijn de volgende stappen? Fair Practice!
SOTA houdt de vinger aan de pols en volgt de ontwikkelingen zeer nauw op. In directe samenspraak met ondergetekende kunstenaars en kleine organisaties informeren wij de overheid, de parlementairen en de sociale partners die hier mee rond tafel zitten, om zich achter het idee van de compensatiemaatregelen te stellen. Maar ook willen we vanaf nu nog krachtiger werk maken van de fair practice in de kunsten en cultuursector. Deze crisis bewijst opnieuw hoe ver we nog weg zijn van een degelijk sociaal kader voor het werken in deze sector.
Vragen ideeën of voorstellen?